Dag 4 Ideeënsafari – There’s no limits.

grens

Grenzen zijn er om overschreden te worden. Of zijn grenzen er om eerbiedigd te worden? Soms is het wel erg lastig (zie hier boven) om een grens niet te respecteren. In bijna alle andere gevallen is een grens denkbeeldig, relatief of, sterker uitgedrukt, zo lek als een mandje. Dag 4 uit de Ideeënsafari van Sigrid van Iersel ging over grenzen. Elke dag en overal lopen of rijden we letterlijk tegen grenzen aan. En soms figuurlijk. Hekken, verbodsbordjes, waterscheidingen. Of meningen, overtuigingen en aannames.

Paard en stoelLoesje grensSoms zijn grenzen namelijk minder absoluut of zelfs onzichtbaar. Bestaan ze alleen maar in ons hoofd. Zijn we zo geconditioneerd door ons verleden en onze ervaringen dat we voetstoots aannemen dat die grens er altijd al was en ook nooit zal verdwijnen. En blijven we stil staan, denkend dat we muurvast zitten aan een plastic stoel. Terwijl Loesje het zo mooi verwoordt: een grens nodigt uit om verder te gaan. Erover heen!

De opdracht van Sigrid luidde: verken die grenzen. Zowel de fysieke, zichtbare grenzen als de mentale, onzichtbare grenzen. Tegen welke fysieke grenzen loop je aan? En welke eigen grenzen kom je tegen? Zijn er grensconflicten? Heb je grenswachters nodig? Een dag op pad met fiets en trein gaf mij voldoende mogelijkheden tot een zoektocht. Hier mijn vondsten.

De zichtbare, fysieke grenzen.

Foto 13-04-16 20 09 10Foto 13-04-16 18 47 26

Foto 13-04-16 18 19 54

 

 

 

 

Foto 13-04-16 18 46 41

Foto 13-04-16 20 08 42

Foto 13-04-16 20 17 49

 

 

 

 

 

 

 

Allemaal duidelijke, goed zichtbare grenzen. Soms absoluut, vaak erg relatief. Want op een fiets mag je wel “tegen de stroom” in. En de fietsstrook verlaten. Overigens benutten auto’s die strook soms ook al te graag. En als de NS de poortjes open laat staan, zoals op de foto in Amsterdam, is de grens wel erg open. Het is dan echt aan elk individu om de keus te maken of je je aan die grens wilt houden. Een zelfde verhaal bij de afzetting met rood-wit-lint. En of je van de wal in het water wilt springen, bepaal je vooral zelf. En hangt meestal af van zowel lucht- als watertemperatuur.

De onzichtbare, mentale (?) grenzen.

Tijdens mijn zoektocht liep ik niet tegen fysieke of mentale grenzen aan. Of toch wel? ’s Middags woonde ik bij de School of Life in Amsterdam een lezing bij van Alain de Botton over “the future of work”. Bij de inleiding op die lezing werd alle bezoekers gevraagd in 5 minuten met de buurman/vrouw uit te wisselen wat je graag wil veranderen in of aan je werk. Toen het mijn beurt was, moest ik goed nadenken. Ik ben nog op zoek naar nieuw werk en tegelijk doe ik met zekere onregelmaat leuke freelance opdrachten. Op de vraag van mijn buurvrouw waar mijn voorkeur naar uit gaat, bleef ik langer stil dan anders.

Ik vertel al jaren dat ik het best tot mijn recht kom in een team. Het is iets dat ik 31 jaar bij Defensie heb gedaan. “Dus” heeft het mijn voorkeur om weer ergens in dienst te komen. Sinds vorig jaar weet ik echter dat het ook erg leuk is om voor wisselende opdrachtgevers leuke en interessante klussen te doen. Wel het leuke werk en niet het “gedoe” dat bij elke (grote) organisatie hoort.

Ook tijdens de afsluitende borrel kwam ik daar met iemand over te praten. Toen zij daarover door vroeg, merkte ik bij mezelf dat ik nog wel vast houd aan het idee dat ik het best tot mijn recht kom in een team. En dat zo’n team niet perse deel hoeft uit te maken van een bedrijf of organisatie. Is dat team of mijn beoogde nieuwe werkgever mijn plastic stoel?

Tijd om grensoverschrijdend gedrag te gaan vertonen.

Plaats een reactie